Eenzaamheid in een instelling: omringd door mensen, maar toch alleen
Eenzaamheid is een gevoel dat iedereen kent, maar in een zorginstelling krijgt het een andere dimensie. Je bent omringd door mensen, begeleiders, medebewoners, personeel, en toch kun je je nog nooit zo alleen hebben gevoeld. Het is niet de fysieke afwezigheid van anderen die het moeilijk maakt, maar het gevoel dat je niet écht wordt gezien. Dat je slechts een nummer bent in een systeem, iemand die moet meedraaien in de structuren van de instelling, maar wiens eigen behoeften en verlangens vaak op de achtergrond raken.
Omgeving zonder thuisgevoel
Een instelling voelt nooit echt als thuis. Ja, je hebt een eigen kamer, misschien met een paar persoonlijke spullen, maar het blijft een plek die niet van jou is. Je deelt je leefruimte met anderen, maar niet per se met mensen die je zelf zou uitkiezen. Privacy is een relatief begrip, deuren kunnen opengaan zonder aankondiging, gesprekken vinden plaats in ruimtes waar anderen meeluisteren, en persoonlijke beslissingen moeten eerst worden besproken met begeleiders.
En dan is er nog de structuur. Alles draait om routines: op vaste tijden eten, medicatie innemen, gesprekken voeren en naar therapieën gaan. Op papier klinkt dat als houvast, maar in de praktijk voelt het vaak als een gevangenis. Niet omdat de routines er niet toe doen, maar omdat je geen keuze hebt. Omdat je agenda wordt bepaald door anderen en je soms meer wordt gezien als een ‘cliënt’ dan als een mens met eigen wensen.
Dagelijkse eenzaamheid
Eenzaamheid in een instelling zit in kleine dingen. In de oppervlakkige gesprekken met begeleiders, die vaak beperkt blijven tot standaardvragen zoals “Hoe voel je je vandaag?” zonder dat iemand echt de tijd neemt om naar het antwoord te luisteren. In het zien van anderen die bezoek krijgen, terwijl jij misschien niemand hebt die langskomt. In de avonden waarin je in je kamer zit en je afvraagt of iemand je zou missen als je er niet meer was.
Social media versterkt dat gevoel soms alleen maar. Terwijl je door foto’s scrolt van mensen die hun leven leiden, vakanties, uitjes, feestjes, word je nog meer geconfronteerd met het feit dat jouw wereld beperkt is tot de muren van de instelling. Dat terwijl anderen vrijheid hebben, jij vastzit aan regels waar je zelf weinig invloed op hebt.
Het gebrek aan regie over je eigen leven
Misschien wel het meest frustrerende aan wonen in een instelling is het gevoel dat je weinig controle hebt over je eigen leven. Wil je ergens naartoe? Dan moet het eerst besproken worden. Wil je even alleen zijn? Dan kan het zomaar zijn dat er iemand binnenkomt. Wil je zelf bepalen wat je met je dag doet? Dat is lang niet altijd mogelijk.
Dit gebrek aan autonomie maakt het moeilijk om je nog als een volwaardig persoon te voelen. Alsof je niet meer degene bent die de keuzes maakt, maar dat anderen die verantwoordelijkheid overnemen. Soms is dat nodig, maar vaak voelt het onnodig betuttelend. Alsof je zelf niet in staat bent om te bepalen wat goed voor je is.
Mensen komen en gaan
Nog een aspect dat de eenzaamheid vergroot, is de wisseling van begeleiders en personeel. Net als je gewend raakt aan iemand, is diegene opeens weg. Of het nu gaat om een begeleider die vertrekt naar een andere baan of een groepsgenoot die verhuist, het gevoel van continuïteit ontbreekt. Dat maakt het lastig om je open te stellen. Waarom zou je investeren in een band met iemand als diegene er binnen een paar maanden toch weer vandoor is?
Dit maakt de instelling een plek van tijdelijke verbindingen. Gesprekken blijven vaak oppervlakkig, en echte relaties zijn moeilijk te onderhouden. Soms lijkt het makkelijker om je maar gewoon af te zonderen, om teleurstelling te voorkomen.
Hoop op verandering
Toch blijft er altijd hoop. Hoop dat er iemand is die wél de tijd neemt. Die niet alleen vraagt hoe het met je gaat, maar ook echt luistert. Die je niet ziet als een ‘bewoner’ of ‘cliënt’, maar als mens. Hoop dat er ergens een plek is waar je wél het gevoel hebt dat je regie hebt over je eigen leven.
Tot die tijd blijft eenzaamheid een constante strijd. Een strijd tussen overleven en écht leven.

-
Wereld Autisme Dag: Een dag van aandacht voor iets wat elke dag aandacht verdient
-
“Iedereen heeft wel iets autistisch in zich” – Echt?
-
Van twijfel naar vertrouwen: mijn ervaring met het schrijven van een boek
-
Mijn ervaring met de SITT: Een aangepaste benadering van traumabehandeling
-
Mijn Eerste Dag van de SITT
-
De sprong in het diepe: morgen start de SITT
-
Happy, maar ben ik dat zelf ook?
-
Dissociëren en het gevoel niet serieus genomen te worden
-
“Je ziet er niet autistisch uit” – maar hoe ziet autisme er dan uit?
-
Vertrouwen in Groei: Een Moment van Erkenning
-
Op afstand, maar toch dichtbij: hoe mijn therapeut betrokken blijft tijdens de SITT
-
Als mijn zintuigen me bedriegen
Geef een reactie