Hoe autisme voor mij voelt
Autisme is voor mij geen diagnose of label, het is mijn manier van ervaren, van zijn. Alles komt intens binnen, zonder filter. Geluiden, geuren, licht, woorden, verwachtingen van anderen, het is alsof mijn brein constant overspoeld wordt. Soms kan ik dat hanteren, maar op andere momenten raakt het me als een vloedgolf en weet ik niet hoe ik overeind moet blijven.
Soms is zelfs een simpele handeling, zoals een kop koffie inschenken, al te veel. Niet omdat ik het niet kan, maar omdat mijn hoofd vastloopt in de details. De volgorde, de handelingen, de prikkels eromheen, iemand die tegen me praat, de geur van koffie, de druk van het moeten doen, alles stapelt zich op. En dan blokkeer ik. Mensen zien dan iemand die “opeens niks meer doet,” maar ze zien niet de chaos die zich van binnen afspeelt.
Het gevoel niet begrepen te worden
Wat misschien nog wel het zwaarste is, is het gevoel dat niemand écht begrijpt hoe het voor mij is. Alsof ik een andere taal spreek, een taal die niemand anders vloeiend beheerst. Mensen zien me worstelen, maar ze trekken conclusies vanuit hún manier van denken, niet die van mij.
Soms betekent begrip voor anderen simpelweg dat ze erkennen dat ik autisme heb, maar dat is niet genoeg. Begrip is niet zeggen: “Ja, ik snap dat het lastig is, maar je moet het toch gewoon proberen.” Begrip is niet: “Je denkt er gewoon te veel over na.” Begrip is niet: “Iedereen heeft dat wel eens.”
Wat ik nodig heb, is iemand die werkelijk probeert te zien wat er in mij gebeurt. Iemand die niet alleen luistert naar mijn woorden, maar ook naar wat ik niet kan zeggen. Iemand die ziet dat als ik stilval, dat niet betekent dat ik niets meer wil, maar dat ik op dat moment geen manier meer heb om verder te gaan. Dat als ik boos word, dat vaak voortkomt uit pure frustratie omdat ik mezelf niet goed kan uitleggen en omdat anderen invullen wat ik voel, zonder het écht te begrijpen.
Soms is het eenzaam om op deze manier in de wereld te staan. Alsof ik altijd net naast de realiteit van anderen leef. Alsof ik moet vechten om serieus genomen te worden. Wat voor mij echt is, wordt door anderen in twijfel getrokken. Dingen die ik zie, die ik hoor, worden afgedaan als ‘niet echt’. Maar voor mij zijn ze dat wel. En als mensen dat ontkennen, ontkennen ze ook een deel van mijn werkelijkheid.
Wat ik wél nodig heb
Ik vraag niet dat de wereld zich aanpast aan mij. Maar ik zou willen dat er meer ruimte is voor mijn manier van denken, voelen en ervaren. Dat ik niet steeds hoef te bewijzen dat mijn worstelingen écht zijn. Dat mensen niet zomaar aannemen dat mijn gedrag overdreven of onlogisch is, maar dat ze proberen te begrijpen wáárom ik vastloop.
Autisme betekent voor mij dat ik de wereld op mijn eigen manier beleef. En ook al is dat soms moeilijk, het is wél wie ik ben. En het enige wat ik echt nodig heb, is dat iemand me daarin ziet, zonder oordeel, zonder me te willen ‘fixen’. Gewoon… zien, accepteren, en er zijn.

-
Wereld Autisme Dag: Een dag van aandacht voor iets wat elke dag aandacht verdient
-
“Iedereen heeft wel iets autistisch in zich” – Echt?
-
Van twijfel naar vertrouwen: mijn ervaring met het schrijven van een boek
-
Mijn ervaring met de SITT: Een aangepaste benadering van traumabehandeling
-
Mijn Eerste Dag van de SITT
-
De sprong in het diepe: morgen start de SITT
-
Happy, maar ben ik dat zelf ook?
-
Dissociëren en het gevoel niet serieus genomen te worden
-
“Je ziet er niet autistisch uit” – maar hoe ziet autisme er dan uit?
-
Vertrouwen in Groei: Een Moment van Erkenning
-
Op afstand, maar toch dichtbij: hoe mijn therapeut betrokken blijft tijdens de SITT
-
Als mijn zintuigen me bedriegen
Geef een reactie